KinderliederenP.N. van Kampen, 1861 - 47 pages |
Other editions - View all
Common terms and phrases
aardig beest andren strekt Avendje beste hart doorvreet Bidt Blindeman bloemkens bloempjes bloesem doorknaagt het beste Dreumes DUIFJ gij doet gistren goede en kwade goeden God gras grazen groeijen En bloeijen Haasje Hoort Hoû iedren dronk Jongens Kersen Kijk Kindertjes kindren knaap of maagd kwaakten Laat haar binnen Laat hem binnen lekker Lente lieve kindren lievert lustig maken Wat andren meê meester is geweest moê Moeder mogt nachtegaal neêr Noen ONKRUID onze manieren oogjes Plêzier Pluk bloemen reine zeden smaadt rijp en frisch Roodborstje slapen Sluit hart sneeuwbal spring stoeijen strekt tot schaê uw hartje uw meester uw tuintje uw vlieger uw wild veêrtjes vloog vogel vogeltje met veêren vreugd Geeft ongeneugt vroeg de zon vrolijk Wanneer ge gaat weêr weleens zien Wie of uw willen wat gij wilt ge leven Wilt gij geholpen woû Woudt zacht en rood zeî zijt zingen zingt Zoele zoet zon opgaat zoudt