Uitgelezen brabbeling, Volume 1Muller, 1851 - 151 pages |
Other editions - View all
Common terms and phrases
Adieu altijd begeeren beminnen blaauwe scheen Brabants Dank van lief dansen deugd ding doet dood drinken dukaten edik eêle eenige eerlijk fuiken gaat geld geloof genoeg geprezen Gij hebt gij wilt Gij zijt goê goed graauwen groot haast hart hebt gij hoop hoort Houdt maat Jan de Bakker Jannetjen Jorden Joris kaatsen kandeel kapoen kostelijke krijt kwaad kwikken leven liefde lijf Lijs luî lust lustige maakt maken MARTIALIS meê meisjen menschen Mieuwes mijt minnen mocht moed Momus mutse nacht Neen Nergens beter niemand Nieuwe Nimmermeer Nochtans omdat onze Overal vind prijzen proper recht Rhetorika rijk ROEMER VISSCHER ROEMERS schoon schoonheid solaas terstond uw wijf verdriet verstand verziet vijand vijgen visscher vlas vreugd vrijer vrijster vrolijk vrouwen waarheid Want weêr weet wezen wijn wijs wijsheid woekeraar zeggen zeit zelven ziet Zijt gegroet zijt gij zingen zinnen zoet zulke zult gij
Popular passages
Page 98 - Op mij bliksemend haar stralende blijheid, Hebben zoo zeer bekneld mjjn jonge vrijheid, Dat ik gewillig haar gevangen ben gebleven. Haar liefde heeft mijn reden zoo ten onder gedreven, Dat ik, versuft in haar schoonheid te aanschouwen, Zoo hardnekkig mijn beloofde woord zal houwen , Dat ik naar ander te zien mij niet zal begeven. Geen ander sporen zullen mij wandelen doen, Geen ander kiekens zullen uit dees eieren broên, Noch tot geen ander Santin mjjn devocy strekken...
Page ii - ... het maar ten halve. Driewerf jammer, dat de schade onboetbaar is, — of waardoor wilt gij het verlies vergoeden ? Kieskaauwer noch pilaarbijter, loop ik hoog met de brabbeling van eenen onzer oudste dichters, als schets der zeden eener burgerij, met moeite aan velerlei dwang ontworsteld, en alreede geprikkeld tot velerlei lust, — onderscheide ik, wat meer zegt, er die wijsbegeerte van het gezond verstand in, welke weldra de hollandsche worden zou, — biedt zij stoffe te over aan voor studie...
Page 13 - t Water hebben lustige zinnen, In de Warmoesstraat dragen ze hoogen moed, In de Kal verstraat doen ze niet dan spinnen, Op den Burgwal wonen, die waardig zijn om beminnen, Op den Dam daar hebben ze blozende kaken, Maar in den arm mogen ze mij meest vermaken.
Page 78 - Gij zijt zoo schoon en zoet van wezen, Dat ik voor u niet bid den Heer, Dan dat hij u slechts bchoude in wezen, Want schooner maakt hij u nimmermeer.
Page 48 - Die een magere koe koopt ,met een vette pans, Die is bekocht voor het gansche jaar; Dan dien een kwaad wijf om niet \vordtuitgegeven, Die is bekocht voor al zijn leven.
Page xii - Brood bakt zonder te heven of zuren, En maakt verzen zonder merg daarin, Mag vrij denken, in zijn zachten zin, Dat zijn zoetsappig werk niet lang zal duren.
Page 114 - En al, die daar God en zijn gebod verachten, Zullen met verdriet in hun boosheid versmachten; Maar die billijkheid beminnen en justicy krooneu, Daar zal de zoete vrede bij komen wonen.