Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche taal, met aanwijzing van de geslachten der naamwoorden en de vervoeging der werkwoordenSijthoff, 1866 - 410 pages |
Other editions - View all
Common terms and phrases
aaneen aange achtervoegsel achtiger achtigst afge baarder baarst bakken beteekenis BIBL bijeen bijv bijw bijwoord biljart boomen bouten digst doorge draaide dreven DRUIL duwde eieren geslacht gleden goed gooide goten groenling Grondbeg halers hamers hanzen hartiger hartigst heden heesch huizen ijzers inge jaagde kaardde kamers kladde knechts koopers koppen krooien kropen kruide kuipen Lees lettergreep lieden lijker lijkst lommerd loost looze loozer losge maaksters maken makers manden mede meerv meest waardig messen misge moediger moedigst nage neder nesten omge omver onze opge overge PIEKEVAL plaatsen planten ploegde potten samen samenstellingen schappen scheepsw schoren schoten schriften schrijven smakte smeed smeten sneden speldde spellen spelling sprong staken steenen stiet stof stofnaam stootte sulde teekens toege toonlooze touwen trok tusschenw uitge uitspraak UNIV vast visch vlogen voort waardiger waardigst wegge winkels woei woorden zaamst zamer zeilde zelfst zieker ziekst zinniger zinnigst zopen zuchtiger zuchtigst zwezeriken