Zakflora: Handleiding tot het bepalen van de in Nederland wildgroeiende planten in aansluiting met de werken der nederlandsche botanische vereeniging bewerkt |
Other editions - View all
Common terms and phrases
1-hokkig 2-lippig 2-spletig 4-deelig 5-bladig 5-slippig 5-tandig aartjes afgeplat aren bebladerd behaard beschaduwde bezet bijna blaadjes bladen bladscheeden bladsteel bloembladen bloembodem bloemdek bloemen bloemen geel bloemen wit bloemhoofdjes bloemkroon Bloempakjes bloempjes bloemsteelen bosschen bouwland boven bovenstandig bovenste breed buis buitenste doorgaans doosvrucht draadvormig eierstok eindelingsche eivormig elkander enkelvoudig gaafrandig gesteeld getand gevind hartvormig hauwen Hauwtje helmdraden helmknoppen hokjes hoofdjes ingesneden kaal kelk kelkbladen kelkkafjes kelkslippen kelktanden Kelkzoom kiemwit kleppen klokvormig kort korter kransen lancetvormig langer langwerpig lijnvormig mannelijke bloemen meeldraden moerassige naald nootjes oksel omgekeerd-eivormig omwindsel Omwindselblaadjes onbehaard onderst kroonkafje ongesteeld openspringend Overblijvende plant overstaande plaatsen pluim priemvormig rand ribben rolrond schijf schijfbloemen schubben schutbladen slippen snavel spits spletig splitvrucht stampers stekels stempels stengel stengelbladen steunblaadjes stijl stomp straalbloemen talrijk tusschen tweeslachtig uitgerand uitstaande urntjes vereenigd vergroeid versmald vinspletig vliezig vochtige voet vormig vrij vrouwelijke vrucht vruchtbeginsel vruchtjes vruchtpluis waterkanten weinig wortelbladen wortelstok zaaddoos zachtharig zaden zandgrond zittend