Vaderlandsch woordenboek, Volume 26bij Johannes Allart, 1790 |
Other editions - View all
Common terms and phrases
aanzienlijk ADRIAAN PAUW Advokaat aldaar alwaar alzo Ambagt Ambagtsheerlijkheid Amfterdam Ampt Baljuw bragt Burgemeester deedt deezer deszelfs dezelve dien dogter Don JAN Doopsgezinden Dordrecht Dorp eenige eerfte eertijds egter Engelfchen fchen flegts fraai Franfchen Frankrijk Friesland ftaan ftaat ftondt ftraks gebouw Geflagt geftigt Gelderland gemeenlijk gemelde genaamd getal der Huizen getrouwd Gewest Gezant goed Graaf Graave Grietenij hadt hebbende Heer VAN OLDENBARNEVELD Heerlijkheid heid HENRIK Hertog Hervormden hieldt Holland hunne insgelijks Intusfchen JAKOB Kerk Koning Kuik van Mijerop Kwartier laatſte Lands Landvoogd Leefdaal maaken maand mede merkelijk Merwede Middelburg Moerkerke Montfoort Morgens Muis van Holy Naaldwijk naam naderhand nevens nogthans omtrent overleedt PARMA PAUW perfoon plaatze plagt Prinfe Prins MAURITS Prinſe Raad Regeering regt Ridder Roeden ruim Spaanfche Spanje ſtaat Staatſche Stad thans Toren tusfchen Utrecht uur gaans verfcheiden vermaard verſcheiden verzogt vijand vondt wederkomst wierdt WILLEM zedert Zeeland zelve zijnde zijner zints zogt zommigen zondt Zoon zoude zulks