Tijdschrift voor Nederlandsche taal-en letterkunde, Volumes 15-16E. J. Brill, 1896 - Dutch language |
Other editions - View all
Common terms and phrases
17de eeuw auch auslaut Bellamy beteekenis bladen blijkbaar boven brandaris brande Bredero consonant Cosijn Couvin dach daer Daerbi daghe dialect dichter dien Diez dijn dine eenige eeuw fragment Franck Fransch Garamantes gedicht gelijk germ Gloss glossen goed goet haer handschrift heden heer Helten heute huden Jason klank komt lanc Latijn leecht lied Lieue kijnt liquida mach Maer maken mfrk misschien naast Nederlandsche Ondl ontleend onze oorspronkelijk oostnfrk overgenomen woorden Palamedes patois Picardië Picardisch quam raapzaad rijm schijnt sijn sprach suffix syllabe taal Taalb tekst Teuth thans tusschen uitgave Verdam verklaren verzen vierder zijden vinden vlgg vocaal Vondel voorkomen vorm waarschijnlijk waer want zooals
Popular passages
Page 35 - Art. I promise you, it was exceeding good. Ful. Oft I frequented her abode by night, And courted her, and spake her wond'rous fair; But ever somewhat did offend her sight, Either my double ruff, or my long hair; My scarf was vain, my garments hung too low, My Spanish shoe was cut too broad at toe. All. Ha, ha! the best that ever I heard. Ful. I parted for that time, and came again, Seeming to be conform'd in look and speech ; My shoes were sharp-toed, and my band was plain, Close to my thigh my metamorphos'd...
Page 35 - I to the porter. ALL. Ha, ha! was ever heard the like? FUL. The porter, spying me, did lead me in, Where his fair mistress sat reading of a chapter; Peace to this house, quoth I, and those within, Which holy speech with admiration wrapp'd her; And ever as I spake, and came her nigh, Seeming divine, turn'd up the white of eye.
Page 42 - Men v,ermijde, gelijck een pest, de woorden, tegens den aert onzer tale, te verstellen; een evel daer doorluchtige Italianen, Spanjaerden en Franschen oock van zieck zijn. Wy mogen hier in nochte Griecken, nochte Latijnen navolgen. Wort hier tegens gezondigt, terstont verliest de spraek haren luister, en ons oor wraeckt dat geluit; eenen valschen klanck, die de muzijck der tale bederft.
Page 114 - In den ersten psalmen," zegt deze geleerde, »hat der schreiber den dialekt ziemlich unberührt gelassen , dann aber die sprachlichen formen der vorlage mehr seiner mda. angepasst, und zwar ganz ausserlich , von silbe zu silbe , von buchstaben zu buchstaben , so dass der gesammte wortschatz hochdeutsch geblieben ist.
Page 2 - Wat het eerste betreft, niet alleen worden in 't Wvl. nog de vooren de achterhaam van een dier onderscheiden, maar ook in Noord-Nederland spreekt men nog wel van de voorham van een varken, in onderscheiding van de gewone ham, di de achterham. Zie ook Gallée, Wdb. vh Geld.-Overijs. dial. Mogen wij nu: knieboog als de oudste, eigenlijke beteekenis beschouwen...
Page 88 - ... de voeten en maet der vaerzen, en den ommetreck en aert van allerhande rijmen en dichten over. Vele andere dingen willen liever met de levendige stemme en voorbeelden, dan met de penne beduit worden...
Page 4 - dwellings ", or, at any rate, " homes ". But hamas here has, apparently, a short a, and the word then means " enclosure, water-meadow, or damp-meadow ". Kemble says that this word ham " is so frequently coupled with words implying the presence of water as to render it probable that it denotes a piece of land surrounded with paling, wickerwork, etc., and so defended against the stream " (vol. iii, pp. xvi-xlii, Glossary). Thus we have such combinations as flodhammas (No. 224), brimesham (No. 535),...
Page 35 - ... low, My Spanish shoe was cut too broad at toe. All. Ha, ha ! the best that ever I heard. Ful. I parted for that time, and came again, Seeming to be conform'd in look and speech ; My shoes were sharp-toed, and my band was plain, Close to my thigh my metamorphos'd breech ; My cloak was narrow cap'd, my hair cut shorter, Off went my scarf, thus march'd I to the porter.
Page 128 - Im Jahr 1652. Leipzig, in Verlegung Philipp Fuhrmanns, gedruckt bey Qvirin Bauchen.
Page 42 - Hollandtsche liederen hoort men noch een natuurlijcke vrypostigheit, vloeientheit, en bevallijcken zwier; maer het gebrack den eenvoudigen Hollander aen opmercking en oefening, om zijn geestigheit, uit een natuurlijcke ader vloeiende, krachtigh op te zetten, en te voltoien. Het rijmen moet...